De Nieuwe Leuvebrug over de Leuvehaven, 1930
De Nieuwe Leuvebrug over de Leuvehaven, 1930. Op de achtergrond onder andere de Boompjes, de Nieuwe Maas en de Hef. Het hokje op het Leuvehoofd heette in de volksmond het Luizenhokje. Hier verzamelden iedere dag havenarbeiders in afwachting van werk.
De Nieuwe Leuvebrug is vernoemd naar de oude kreek ‘de Leuve’ of ‘de Loeve’, zoals de naam meermalen in de stadsrekening van 1426/27 voorkomt. In de 16de eeuw was de stad eigenares geworden van het land aan de Leuve. Op 23 april 1598 werd aan de westzijde van de kreek de grond in erven uitgegeven. Daarna begon men met het graven van de haven die in 1608 gereed kwam. In het begin sprak men van Nieuwehaven, doch daar dit verwarring kon geven, werd Leuvehaven al spoedig de enige naam. Over de haven lagen twee bruggen, de Leuvebrug en de Nieuwe Leuvebrug. Eerstgenoemde brug, ook wel Oude of Lange Leuvebrug genoemd, dateerde uit 1609 en werd kort na de Tweede Wereldoorlog gesloopt. De straat die op de brug uitliep heette Leuvebrugsteeg, vroeger ook wel Breede Leuvestraat of Brugsteeg geheten. Bij het bombardement in mei 1940 is de steeg verdwenen. De ten zuiden van de Leuvebrug gelegen Nieuwe Leuvebrug was in 1849 gebouwd. In de jaren vijftig van de 20ste eeuw werd ze afgebroken en vervangen door een nieuwe brede brug die eveneens deze naam kreeg. Het havenhoofd bij de Boompjes, waar het koopvaardijmonument ‘De Boeg’ werd geplaatst, ontving tegelijkertijd de naam Leuvehoofd. De daar gebouwde sluis werd Nieuwe Leuvesluis genoemd. Na het bombardement werd ten zuiden van de Steigersgracht de Leuvekolk gegraven. Via een onderdoorgang onder de Blaak stond dit water in verbinding met de Leuvehaven. Door de aanleg van de oost-westlijn van de metro is deze verbinding vervallen.
De prentbriefkaart komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam.
Met medewerking van Rotterdam van toen