De uitgang van de Maastunnel bij de Euromast, 1961
Aan de bouw van de Maastunnel waren jaren van heftige discussies voorafgegaan, tussen 1898 en 1910. Iedereen was het er wel over eens dat een nieuwe oeververbinding nodig was, omdat er files ontstonden voor de Willemsbrug en de Koninginnebrug. De discussie spitste zich dan ook vooral toe op de vraag of er een brug of tunnel moest worden gebouwd. Uiteindelijk is er een tijd een veerdienst geweest die ook auto’s kon vervoeren, maar deze ferry-dienst kon de drukte bij de bruggen niet ontlasten. De gemeente Rotterdam kreeg uiteindelijk eind jaren twintig haar zin: een tunnel bleek financieel aantrekkelijker dan een brug, met name vanwege de grote hoogte, 60 meter, die een brug zou moeten krijgen om het scheepvaartverkeer niet te hinderen.
De Maastunnel werd gebouwd volgens de afzinkmethode. De afzonderlijke segmenten (caissons) voor de Maastunnel werden elders in een droogdok gebouwd, en zijn vervolgens naar de plaats van de tunnel gesleept en daar afgezonken. Deze methode zou later bij talloze andere Nederlandse tunnels worden toegepast. Om lekken te voorkomen is bij de Maastunnel rond de hele betonconstructie een bekleding van aaneengelaste staalplaten aangebracht. De Maastunnel is de eerste onderspoelde tunnel ooit gebouwd; na plaatsing op in de bodem van de Maas werd zand onder en naast de tunnel gespoten. Hierdoor kon de riviertunnel in rechthoekig dwarsprofiel worden uitgevoerd. Voordien hadden dergelijke tunnels altijd een ronde buis.
De dia is gemaakt door dhr. Den Butter. De informatie komt van Wikipedia.
Met medewerking van Rotterdam van toen