De Prinsenkerk aan de Gedempte Botersloot, 1908
De Prinsenkerk aan de Gedempte Botersloot op de hoek met de Prinsenstraat (links), 1908-1912.
Oorspronkelijk was deze kerk een kapel en maakte deel uit van het Sint-Agnietenklooster ter plaatse. Na de reformatie werd een deel van het klooster ingericht als Prinsenhof en gebruikt als ambtswoning van de raadspensionaris. De kapel werd overgedragen aan de gereformeerde gemeente. Er zijn verbouwingen geweest in 1639 en 1659. Op 31 maart 1907 werd de laatste dienst gehouden waarna de nieuwe Koninginnekerk in gebruik werd genomen. Vervolgens werd in 1912 de Prinsenkapel gesloopt.
De Gedempte Botersloot is zo genoemd na demping van de Botersloot in 1866. De naam Botersloot komt in 1433 voor het eerst in de bronnen voor. Het was destijds de benaming voor het water dat van de Buitenrotte tot in de Kipsloot, of Rotte binnen de stad, bij de Huibrug liep. Het noordelijkste gedeelte, ook wel Buitenbotersloot genaamd, omdat het buiten de stad was gelegen, heeft later de naam van Karnemelkshaven gekregen. De kaden langs de Botersloot kwamen eerst als Achterweg voor.
De Botersloot dankte zijn naam aan de zuivelprodukten die voornamelijk met schuitjes langs de Rotte worden aangevoerd.
De foto is gemaakt door de Fototechnische Dienst Rotterdam en komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt van reliwiki.nl en uit het Stadsarchief Rotterdam.
Met medewerking van Rotterdam van toen