Radio Hertogjansplace
CrooswijkRotterdam van toen

De melkboer in de Rubroekstraat, 1952

Deze straat heet naar het vroegere ambacht Rubroek, dat reeds omstreeks 1283 wordt vermeld. De oudste vorm is Rubroke, later komt ook voor Ruychbroek en Ruychpolder. Ruw en ruig zijn verwanten woorden. Rubroek moet verklaard worden als woest, nog niet ontgonnen moerasland. De polder Rubroek, bestaande uit Achter- of Oud-Rubroek en uit Voor-Rubroek of Vorenbroek werd vroeger, wat betreft waterschapszaken, bestuurd door ambachtsheren of molenbewaarders. Deze werden reeds in het midden van de 16de eeuw door Rotterdam aangesteld. Achter- of Oud-Rubroek behoorde tot de jurisdictie van Hillegersberg, Voor-Rubroek tot die van Rotterdam. Beide gedeelten waren gescheiden door de Oude Zeedijk. Van 1897 tot 1949 had men in deze buurt ook het Rubroekspad.

Tot eind 19e eeuw werd melk door of namens de melkveehouder op melkmarkten verkocht of aan huis gebracht. De melk werd vervoerd in houten vaten, die vaak met slootwater werden schoongemaakt. Het rondventen van de melk ging in de stad vaak met een transportfiets met een houten bak en soms een laag plateau waarop twee melkbussen konden staan. Er werd ook gevent met paard en wagen en hondenkarren. Later kwam de bakfiets en daarna de ijzeren hond. De gemotoriseerde SRV-wagen markeerde de laatste fase van bezorging aan huis.

De foto is van de Persgroep en de foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam en van Wikipedia.

Met medewerking van Rotterdam van toen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *