Radio Hertogjansplace
CentrumRotterdam van toen

De Delftsevaart in 1930

De Delftsevaart kan men beschouwen als een gedeelte van de vaart ‘van Rotterdam naar de Schie’, voor het graven waarvan graaf Willem IV op 9 juni 1340 aan Rotterdam vergunning gaf. Zij dankt haar naam aan de stad Delft.

In 1368 sprak men van de vaart van der Spoeije en veel later nog, o.a. in 1608, is er sprake van Schieweg W.Z.. aan de Doelweg (Haagseveer). Beide zijden van de vaart hebben lang de naam Delftsevaart gedragen. De kaden werden eerst in het midden van de 16de eeuw bebouwd. Voor die tijd lagen hier slechts tuinen en scheepstimmerwerven.

In het begin van de 19de eeuw noemde men het gedeelte dat tussen de Galerij en de Sint Jacobsstraat lag Rijkelui Delftsevaart. Verderop sprak men van de Gemeenelui Delftsevaart. Vroeger kwam ze ook voor onder de naam Langevaart, in tegenstelling tot het in het verlengde liggende Spuiwater, dat Kortevaart werd genoemd. Naar de Spuisluis, die Delfsevaart en Spuiwater met de Steigersgracht verbond, heette ze ook wel Spuivaart. Water en kade liepen uit op de Delftsepoort, die aan het begin stond van de weg naar Delft. Dit heeft de naam bepaald. De naam Delftseveer herinnert er aan dat hier het begin was van het beurtveer op de stad Delft. De schippers, die op Delft voeren vestigden zich bij voorkeur in deze buurt.

De foto komt uit de fotocollectie algemeen van het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam.

Met medewerking van Rotterdam van toen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *