Een stripteasedanseres treedt met een tijger op in club El-Amra in de Hartmansstraat, 1971
Uit het Algemeen Dagblad van 16 augustus 1971:
Het taboe rond de sex wordt afgebroken en het bloot vliegt je bij wijze van spreken om de oren, via kiosken, toneel en zelfs het Journaal. Bloot wordt gewoon. Ik dacht ineens: hoe moet dat nu met de striptease danseressen, ondervinden die van alle sexbladen en toneelstukken met bloot geen hevige concurrentie? Het antwoord is: neen, de vraag naar hen in de nachtclubs is zelfs stijgende. En nu zit ik — in een caravan, want ze heeft geen vaste woonplaats — tegenover de erg aardige Sonja Kruiswegt, geboren in Haarlem en sinds een jaar of zes behorend tot het corps van striptease danseressen. Ze treedt trouwens op met een Bengaalse tijger, op het ogenblik in Rotterdam, maar daarover straks meer. Sonja heeft op dit moment niet de Bengaalse tijger op schoot — zou ook wat zwaar zijn — maar een klein poesje met een halsbandje.
Het liefst zou ze weer in een circus werken, maar de circussen hebben het of heel moeilijk of ze zijn failliet. Het circus, vandaar ook de Bengaalse tijger waarmee ze optreedt en de slang en de poema, waarmee haar drie vrouwelijke collega’s — ze vormen één groep — optreden in de nachtclubs. De zusjes kwamen terecht bij circus Althoff. Ze leerden er optreden met de paarden en de olifanten en gingen ook in opleiding voor het hogeschoolrijden. Jaren later kwamen de zusjes een Oostenrijkse jongeman tegen, Franz Burkhart geheten, stammend uit een oud dompteursgeslacht en van arren moede optredend in nachtclubs, omdat het circus Busch, eigendom van zijn familie, failliet was verklaard. Thea Kruiswegt uit Haarlem is uiteindelijk met Franz Burkhart getrouwd en zo vormden de zusjes vanzelf met hem al een ploeg van drie, om in nachtclubs op te treden.
De fotograaf is Ary Groeneveld en de foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt via delpher.nl uit het Algemeen Dagblad van 16 augustus 1971.