Radio Hertogjansplace
CentrumRotterdam van toen

Twee vrouwen staan vooraan in een lange rij bij de ingang van warenhuis Ter Meulen aan de Binnenweg, 1956

Twee vrouwen staan vooraan in een lange rij bij de ingang van warenhuis Ter Meulen aan de Binnenweg, 16 juli 1956. De uitverkoop gaat zo beginnen. Op de achtergrond het gebouw van kledingzaak Esders.

Uit het Rotterdamsch Parool van 16 juli 1956:
Als u zelf thuis iets opruimt, dan bent u meestal blij als vuilnisvat en lorreman er zich over ontfermen. Maar als de zakenwereld aan het opruimen slaat, dan lijkt het wel of er gelukspreiding in het groot wordt betracht.

De directeuren van de grote en minder grote magazijnen zijn midden in de nacht opgestaan om naar hun zaak te gaan. De kantines in bedrijf te stellen en eigenhandig koffie, bier, limonade, sherry en koek uitte reiken aan de keus van wachtenden die van de eerste vigilee af de hoofdingang belegeren… Nummer een der binnengelatenen krijgt van de raad van commissarissen een taart en van de juffrouw in de kassa een zoen, en nummer laatst krijgt over enkele dagen, als de bestorming van de opruimingsbastille voorbij is van het personeel, dat daartoe aangetreden staat op straat, het heilige kruis achterna, terwijl het personeelskoor heuse tranen plengt onder het uitgalmen van het laatste couplet van „Adieu, wij moeten, elkander groeten, adieu vaarwel, tot we-he-heder ziens”…

In het handboek der verkooptechniek staat het aldus te vinden in het hoofdstuk „de ideale uitverkoop”. Buitendien kan een opruiming toch wel ideaal zijn, primo door het weer, secundo door het tijdstip (iedereen heeft vakantiegevoelens en ’n vakantieportemonnaie), en tertio door de conjunctuur (zo lang de Nederlanders de gele en groene trui aan hun stoere body hebben en zolang vader Willem bezig is op een brede-basis-bankstel rondom de haard, zijn er hier geen grotere zorgen). Daarom ook, dat de eersten, die vannacht op de Binnenweg arriveerden om de uitverkoopsspits af te bijten, rustig ’n kaartje gingen leggen: Halfnegen-negen uur werd het tóch wel.

De fotograaf is Cock Tholens en de foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt via delpher.nl uit het Rotterdamsch parool van 16 juli 1956.

Met medewerking van Rotterdam van toen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *