Diergaarde Blijdorp met het verblijf van de zeeleeuwen, 1976
In 1855 werd in de Rotterdamse binnenstad, bij de Kruiskade, een tuin ingericht voor fazanten en watervogels. De vogeltuin was eigendom van de spoorwegbeambten F. van der Valk en G.M. van den Bergh. Het werd een succes en op 18 mei 1857 werd als vervolg de Rotterdamsche Diergaarde geopend.
In 1937 werd besloten om de dierentuin te verhuizen naar een nieuwe locatie. De dierentuin ruilde grond met de gemeente: de gemeente kreeg een deel van de oude diergaarde gratis, de rest moesten ze betalen. In ruil daarvoor werd de dierentuin eigenaar van twee derde van een nieuwe 13 hectare grote locatie in de wijk Blijdorp, terwijl over een derde van de nieuwe locatie pacht van één gulden moest worden betaald. Met financiële hulp van de Stichting Volkskracht werd een nieuwe dierentuin gefinancierd.
Het ontwerp van de nieuwe dierentuin is van Sybold van Ravesteyn, waarbij traliewerk en hekken zo veel mogelijk zijn vermeden en vervangen door greppels en grachten. De verwarmde binnenverblijven en ruime leefweiden waren toentertijd uniek in de wereld.
Op 7 juli 1940 werd het noordelijk gedeelte geopend en in december was de nieuwe diergaarde geheel open. Van Ravesteyn had de dierentuin zo ontworpen dat er een symmetrieas door het park liep, waarop de betonnen gebouwen lagen: de Rivièrahal, de 47 meter hoge uitkijktoren, het roofdiergebouw, de grote vijver en het theehuis. Aan weerszijden van deze as lagen grote weiden voor hoefdieren als bizons en zebra’s.
De foto is gemaakt door de Fototechnische Dienst Rotterdam en komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt van Wikipedia.
Met medewerking van Rotterdam van toen