De Maashaven en op de achtergrond de Nieuwe Maas, 1958
Rechts ligt een graanelevator, in het midden de wijk Katendrecht en op de achtergrond zijn de ventilatiegebouwen van de Maastunnel duidelijk zichtbaar.
Op 14 juni 1895 werd in beginsel besloten de Maashaven, die naar de rivier de Maas is genoemd, te graven. In 1905 was ze voltooid. Een groot gedeelte van de polder Katendrecht alsmede vele huizen en buurten van het voormalige dorp Katendrecht moesten voor de havenaanleg verdwijnen.
De naam Katendrecht of Kattendrecht zou, volgens sommigen, zijn afgeleid van de Katten (Catten), een Duitse volksstam die omstreeks het begin van onze jaartelling in dit gebied zou hebben gewoond. Volgens anderen moet de naam in verband worden gebracht met het Zeeuwse geslacht Cats, dat hier veel bezittingen zou hebben gehad. Ook wordt het woord in verband gebracht met caten (koten, eenvoudig of klein huis). Drecht betekent veer of waterloop.
In 1199 is voor het eerst sprake van een ambacht Katendrecht, dat behoorde aan de heer van Putten. Bij dijkdoorbraken in 1373 en 1374 overstroomde geheel Katendrecht. In 1375 gaf hertog Aelbrecht van Beieren opdracht aan de ambachtsheer om het land opnieuw te bedijken. Jacob van Gaesbeek, heer van Putten, verleende in 1410 aan Wolphaert Jansz. en Jan Wolphaertsz. vergunning om een nieuw zomerland in Katendrecht te bedijken. De bedijkers kregen in 1410 meteen de ambachtsheerlijkheid in leen. In 1766 was deze langzamerhand geheel in handen van de stad Rotterdam gekomen. Het dorp Katendrecht is als gemeente van 1811 tot 1816 met Charlois verenigd. Daarna was het tot 1874 een zelfstandige gemeente. Vervolgens werd het weer verenigd met Charlois. Tenslotte zijn Charlois en Katendrecht in 1895 een deel van Rotterdam geworden.
De fotograaf is Cock Tholens en de foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam.
Met medewerking van Rotterdam van toen