Radio Hertogjansplace
CentrumRotterdam van toen

Gezicht op het Steiger, bij de Vlasmarktsluis, op de achtergrond de Weezenbrug, 1908

Gezicht op het Steiger, bij de Vlasmarktsluis, op de achtergrond de Weezenbrug, uit het oosten. Rechts de koepel van de Sint Dominicuskerk. De foto is gemaakt in 1908.

Wegens de goede diensten door de stad aan hertog Willem V van Beieren verleend, gaf hij de stad in 1351 het recht tot vrij gebruik van de steiger, die al in 1334 wordt genoemd.Deze aanlegplaats lag aan de Middeldam, vlak tegenover de ingang van de Oudehaven. Ze werd later gewoonlijk de Dordtsche Steiger genoemd. Nog later werden bij de uitbreiding van deze gracht verschillende gedeelten van de kaden als volgt onderscheiden: Smal Steiger, Kleine Steiger en Boerensteiger.

In 1905 werd het gedeelte van het Steiger tussen het spoorwegviaduct en de Hoofdsteeg gedempt. Dit gedempte gedeelte ontving de naam Middensteiger. Tengevolge van deze demping kwam de Hoenderbrug te vervallen. Op 11 januari 1911 werd besloten het gedeelte dat bekend stond als Boerensteiger, te dempen. Voorts liep van de Korte Hoogstraat naar het Steiger een klein straatje, dat de naam Toe-Steiger droeg. ‘Toe’ betekent in dit geval: dicht, gesloten, aan twee zijden bebouwd.

De Steigersgracht, die waarschijnlijk van oorsprong niet meer dan een buitendijksloot was, liep van de Soetensteeg tot het Groenendaal, grotendeels langs het hierboven genoemde Steiger. In onze oudste bronnen noemde men dit water steeds haven. Aan de ene kant stond deze in verbinding met de Leuvehaven, aan de andere kant kwam ze, voor de demping van het Groenendaal, uit op de Nieuwehaven.

Vroeger mondden in de Steigersgracht de Schie en de Rotte uit door een vijftal sluizen. De Steigersgracht is na het bombardement van 1940 aanzienlijk verbreed en ligt nu gedeeltelijk op de plaats van de vroegere bebouwing van het Hang. Van 1953 tot 1959 lag ten zuiden van deze gracht een expeditiestraat met de naam Steigershof.

De Weezenbrug is vernoemd naar de gebruikers van het oudst bekende weeshuis, gevestigd in het oude Sint Anthonisgasthuis, dat in deze buurt ten zuiden van de Hoogstraat stond. Het gasthuis wordt in 1437 genoemd. Het blijkt gesticht te zijn door de broeders van het Sint Antonisgilde ‘ter armen behoeff’. In 1561 hebben de wezen daarin een onderkomen gevonden. Het weeshuis werd in 1578 verplaatst naar de Westewagenstraat. In 1580/81 verkocht de stad de grond, waarop het oude weeshuis had gestaan. De aldaar gelegen Sint Anthonisgasthuissteeg werd verbreed en ontving de naam Weezenstraat. Begin 1581 kwam de straat al voor als Weezensteeg. Ten zuiden van de Weezenstraat lag over de Steigersgracht de Weezenbrug. De huidige Wezenbrug ligt ongeveer op dezelfde plaats. De Weezenstraat is na het bombardement in mei 1940 verdwenen. Ze lag ter plaatse van het noordelijke gedeelte van de huidige Keizerstraat.

De geschiedenis van de dominicanen in Rotterdam gaat terug tot de vijftiende eeuw. Dan bevindt zich een klooster aan de Hoogstraat. In 1572, tijdens de Tachtigjarige Oorlog, wordt het klooster onteigend. Het uitoefenen van het katholieke geloof wordt bij wet verboden. In de loop van de zeventiende eeuw wordt het verbod iets versoepeld. Vanaf 1625 zijn er weer dominicanen in de stad. Katholieke kerken zijn er dan niet, maar er worden onder andere diensten gehouden in een herberg aan het Steiger.

In de Franse tijd kregen katholieken dezelfde rechten als protestanten, waaronder het recht op een eigen kerkgebouw naar het aantal gelovigen. In 1790 konden de dominicanen hun eerste kerkje bouwen tussen de Hoogstraaten het Steiger. Na de Franse Tijd werden een aantal van deze rechten gehandhaafd. In 1832 werd het bouwvallig geworden kerkje gesloopt om plaats te maken voor een nieuwe waterstaatskerk. In 1837 is deze voltooid en in de decennia erna wordt deze verder verfraaid.

Door de groei van de stad neemt de bevolking toe en zo ook de behoefte aan kerkruimte. De dominicanen stichten in Rotterdam achtereenvolgens in 1879 de Allerheiligst Hart van Jezuskerk, in 1898 de Provenierskerk en in 1940 de Blijdorpkerk.

Op 14 mei 1940 werd Rotterdam gebombardeerd door de Duitsers. De hele binnenstad was verwoest, zo ook de kerk aan de Hoogstraat, en de kerk aan de Van Oldenbarneveltstraat. Tijdens de oorlog en in de jaren daarna werkten de dominicanen vanuit de twee andere kerken. Na de oorlog werden er plannen gemaakt voor herbouw. Hierbij werd er gekozen om niet twee maar één nieuwe kerk te laten bouwen, inclusief groot klooster. Op 14 mei 1960, exact twintig jaar na het bombardement werden kerk en klooster ingewijd.

De fotograaf is Henri Berssenbrugge en de foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt uit het Stadsarchief Rotterdam en van Wikipedia.

Met medewerking van Rotterdam van toen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *