Martin’s restaurant op de Kruiskade, 1956
Martin’s restaurant op de hoek van de Kruiskade en de Karel Doormanstraat, 15 mei 1956.
Uit het Rotterdamsch Parool van 24 november 1955:
Een in Rotterdam tot dusver onbekend restaurant opent Vrijdagmiddag zijn deuren. Het is Martin’s, dat in een nieuwe zaak op de hoek van de Kruiskade en de Karel Doormanstraat de „selfservice” ‘introduceert. Wie niet te veel tijd heeft en bovendien niet al te diep inde zak wil tasten, kan hier een keus maken uit drie of vier menu’s. Met een dienblad gaat men zelf langs het buffet, wijst aan wat men wil gebruiken, en betaald direct aan de kassa. Wie het echter wat meer op zijn gemak wil doen, kan op de eerste verdieping van het gebouw terecht. Daar is namelijk een normale tearoom met restaurant gevestigd.
Martin’s biedt binnen ruimte aan 238 gasten; dat is veel in verhouding tot de betrekkelijk kleine grondoppervlak te, die de architecten Van den Broek en Bakema ter beschikking stond. Zij konden de eerste verdieping echter twee meter laten „overkragen”, waardoor boven een royale ruimte ontstond. Gedurende de zomermaanden kunnen veertig mensen op een dakterrasje aan de Karel Doormanstraat zitten.
Martin’s is een volledig geautomatiseerd restaurantbedrijf. Overal vindt men electrische koeling van spijzen en dranken. Een enorm fornuis is in staat 1200 tot 1500 maaltijden per dag af te leveren. Het pand werd gebouwd door Dura’s Aannemings Mij en ingericht volgens ontwerp van het bureau Schuil en Schönau.
Een nieuwtje in het interieur is een groot nylontapijt, dat voor het eerst in Rotterdam is gebruikt. Een ander snufje is de speciale filterinstallatie, die het leidingwater zuivert vóór het in de moderne koffiemachines gaat. Martin’s zal ’s Zondags gesloten zijn. Op de andere dagen kan men er terecht tot ongeveer half een ’s nachts. Van 3 tot 6 en van 8 tot 12 uur musiceert er een strijkje; om te beginnen het trio Cas Pijpers.
De foto is gemaakt door de Fototechnische Dienst Rotterdam en komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt via delpher.nl uit het Rotterdamsch Parool van 24 november 1955.
Met medewerking van Rotterdam van toen