Coen Moulijn staat voor zijn kledingwinkel aan de Langenhorst, 1961
Moulijn debuteerde op zijn zeventiende voor de Rotterdamse club Xerxes, waar hij in zijn jeugd Faas Wilkes zag voetballen. Hij was 1 meter 72 lang en woog 62 kilo. De toenmalige linksbinnen toonde aan over talent te beschikken. In de zomer van 1955 kocht stadgenoot Feyenoord de dribbelaar voor 28.000 gulden, destijds een groot bedrag. Met dit bedrag kaapte de stadionclub de speler weg voor de neus van rivaal en stadgenoot Sparta.
De thuiswedstrijd tegen MVV op 18 september 1955 was zijn eerste wedstrijd in het rood-witte tenue. Hij stond bekend om zijn spectaculaire en vaak onnavolgbare acties op de flanken, maar liet het verdedigen over aan zijn vriend Cor Veldhoen. De publiekslieveling trok tienduizenden mensen naar De Kuip. In zijn beginjaren kon Moulijn een wedstrijd haast in zijn eentje beslissen.
Samen met Ove Kindvall was hij de publiekslieveling bij zijn club. In 1970 won hij met Feyenoord, als eerste Nederlandse club, de finale van de Europacup I ten koste van het Schotse Celtic. Enkele maanden later volgde op dit succes het veroveren van de wereldbeker door Estudiantes de la Plata te verslaan. In de latere jaren werd Moulijn afhankelijker van zijn ploeggenoten, maar bleef van waarde in de hoofdmacht. In totaal kwam Moulijn gedurende 17 seizoenen 487 keer uit in competitiewedstrijden van Feyenoord.
Moulijn groeide op in de Bloklandstraat in het Oude Noorden van Rotterdam. Het muurtje waar hij in zijn jeugd eindeloos tegenaan had gevoetbald, was befaamd maar viel in de jaren zeventig ten prooi aan de stadsvernieuwing. In 1990 is elders in dezelfde straat een speelplaats voorzien van een (nep)”muur van Coen Moulijn”, ontworpen door de kunstenaar Hans Citroen.
De fotograaf is Ary Groeneveld en de foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt van Wikipedia.