Het Schouwburgplein met de Rotterdamse Schouwburg, 1984
In 1887 werd aan de Aert van Nesstraat een schouwburg geopend met de naam “Groote Schouwburg”. Het gebouw had 1250 zitplaatsen en was gebouwd in neoclassicistische stijl. De vereniging “Verenigde Rotterdamse Toneellisten” speelden in het gebouw. Dit gezelschap speelde overwegend nieuwe Nederlandse stukken, waaronder “Vorstenschool” van Multatuli en “Boefje” van Marie Joseph Brusse.
De toeschouwersaantallen liepen na de Eerste Wereldoorlog sterk terug. Hierom fuseerde de groep met het Hofstadtoneel uit Den Haag. In 1938 werd de groep echter opgeheven; de Rotterdammers zouden nog te weinig de eigen identiteit herkennen in de groep.
Het bombardement op Rotterdam op 14 mei 1940, en de brand die dit bombardement veroorzaakte, vernietigde een groot deel van de binnenstad van Rotterdam, waaronder de Groote Schouwburg. Eind 1941 begon de bouw van een nieuwe schouwburg die in 1947 werd opgeleverd. Dit gebouw beschikte over 1000 zitplaatsen. 10 januari 1947 werd de eerste productie opgevoerd door het gezelschap Stichting Amsterdams Rotterdams Tooneel, afgekort tot START.
Omdat de faciliteiten, het podium en de akoestiek van het gebouw niet voldeden aan de eisen van de gebruikers is in 1984 besloten dat het noodgebouw vervangen moest worden door nieuwbouw. Voor het vervangen van het gebouw werd er tijdelijk uitgeweken naar Hal 4 aan de Watertorenweg in Rotterdam.
In 1988 is de nieuwbouw, ontworpen door Wim Quist, geopend. De eerste voorstelling, op 15 april van dat jaar, is “Pol”, gebaseerd op het boek van Willem van Iependaal.
De fotograaf is Lex de Herder en de foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt van Wikipedia.
Met medewerking van Rotterdam van toen