Bioscoop Colosseum aan de Beijerlandselaan, 1977
Nadat Carel van Zwanenburg (1875-1930) rond 1926 zijn Luxor-theater aan de Kruiskade verkocht had maakte hij plannen om een bioscoop in Rotterdam-Zuid te openen. Hij gaf opdracht aan de architecten Ten Bosch en Le Grand voor een ontwerp van een complex met woningen, winkels, het theater en een café. Toen de kosten daarvan te hoog waren, werd het aangepast door P. Dick. Vanwege de ovale vorm die het theater zou krijgen werd door de dochter van van Zwanenburg de naam Colosseum verzonnen. Op 19 december 1929 opende Colosseum de deuren aan de Beijerlandselaan.
De zaal had 1034 zitplaatsen (bruin voor de goedkopere stoelen, groen voor de duurdere) en een groot toneel van 9 meter. Toen in 1930 van Zwanenburg overleed, nam zijn vrouw de exploitatie over en in 1933 besloot ze het te verkopen aan de heer C. van Willigen, die enkele verbouwingen liet uitvoeren. Zo werd er neonverlichting aan de buitenkant van het gebouw bevestigd. Naast bioscoopfilms (meestal twee op een avond) was er in de beginjaren ook regelmatig variété voorstellingen (tot 1935). Tijdens de oorlog was ook deze bioscoop verplicht diverse Duitse films te draaien. In 1942 werd er een cinema-orgel geplaatst.
Na de oorlog trokken de bezoekersaantallen weer aan. In 1946 waren dat er meer dan een miljoen. De groeiende populariteit van de televisie betekende echter dat er minder bezoekers waren. In 1967 werd de exploitatie door het Cineac-concern voor tien jaar overgenomen. Alhoewel er de eerste jaren nog goede films werden vertoond, begon de kwaliteit langzaam slechter te worden en werden er steeds meer karate- en seksfilms getoond. In maart 1977 viel uiteindelijk het doek voor deze bioscoop. De laatste film was “Op de Chinese vuist”. Daarna werd het theater voornamelijk gebruikt door diverse bijeenkomsten.
De foto komt uit de fotocollectie algemeen van het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt van de site https://www.defilmkijker.com/…/de-verdwenen-bioscopen…/
Met medewerking van Rotterdam van toen