De Van der Takstraat met boven de woningen uit de Koningshavenbrug ofwel de Hef, 1977
Christiaan Bonifacius van der Tak (Voorschoten, 12 augustus 1814 – Rotterdam, 8 augustus 1878) was van augustus 1861 tot zijn overlijden op 8 augustus 1878 Directeur der Gemeentewerken in Rotterdam.
Van der Tak was de zoon van Gerardus Pieter van der Tak (1795-1872) en Pieternella Cornelia van der Meulen (1792-1847). Zijn ouders waren onbemiddeld en deden hem in de leer bij een timmerman.
Na zijn leerperiode werd Van der Tak opzichter bij de fabriek van Enthoven in Den Haag, een ijzergieterij en –pletterij waar in die tijd de eerste stoommachine in Den Haag was geplaatst. In 1852, op 38-jarige leeftijd, werd hij opzichter bij de Nederlandsche Rhijnspoorweg-Maatschappij. Eerst overzag hij de bouw van de IJsselspoorbrug over de Gelderse IJssel en daarna had hij de leiding over de bouw van de Boerengatbrug in Rotterdam en de opbouw van een tijdelijk stationsgebouw. Met de jaren had Van der Tak zich door zelfstudie verder bekwaamd in architectuur en civiele techniek.
Rond 1860 werd Van der Tak bij de Nederlandsche Rhijnspoorweg-Maatschappij verantwoordelijk voor het onderhoud van de spoorweg Amsterdam-Rotterdam en het traject Utrecht-Driebergen. In 1861 werd hij door de Gemeente Rotterdam aangesteld als Directeur der Gemeentewerken als opvolger van Willem Anthony Scholten. In 1879 werd hij na zijn overlijden opgevolgd door Gerrit de Jongh.
De foto is gemaakt door de Fototechnische Dienst Rotterdam en komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt van Wikipedia.